Het leven als haar toupet
Stel je voor dat je een haar toupet bent. Iedere ochtend begint je dag met een hoogtepunt van iemands dag, om iedere avond weer af te zakken richting de normaliteit. Een leven van ups-en-downs, van ongedwongenheid, saaiheid, bestaansrecht en onzekerheid. Toupet of drager; op wie toepasbaar zelf in te vullen.
Gelukkig ben je geen haar toupet. Misschien heb je er één, maar je bent er geen één. In dat geval: chapeau. Voelt het alsof je een metaforisch haar toupet bent? Kort antwoord: chapeau. Oplossing voor velen. Voor iedereen die tot zover is gekomen in het lezen van dit artikel: petje af. Ik zou graag iedereen een pluim op zijn hoed steken, zij het niet de digitale afstand.
Ik heb gehoord dat mannen met een haar toupet altijd liegen en nooit de waarheid spreken. Zelf heb ik er géén. Dat kan ik met zekerheid zeggen. Dat komt door de opzienbarende onzekerheid van het verlies. Heb ik horen zeggen. Ik heb namelijk geen toupet.
Stel je voor dat je een haar toupet kent. Geconfronteerd worden met hun constante moodswings: hoog 's ochtends, laag 's avonds, constant in een leegte van onzekerheid door het gebrek aan toegesproken waarheid. Jij, als vriend, kennis, haarhandelaar, staat daar dan toch maar even. Als rots in de branding, de steun, een toeverlaat. Hand boven het hoofd houdend tijdens het fietsen, zekerheid toevertrouwen. Dat ben jij. Jij toupetkenner.
Of je er nou één bent, kent, of er op stemt: iedere haar toupet is metaforisch hetzelfde. De Amerikanen bedachten er een woord voor: sonder. Mooi woord, deprimerend als fuck. Zoek maar eens op. Lees het stukje nog een keer, en besef dat we allemaal een beetje een haar toupet zijn.