In het begin der tijden kende men alleen de biologische tijd: de zon, de maan, de sterren, het gevoel, de ervaring. Tijd als concept, de flow, de rush, buiten de tijd staan, kennen we pas maar enkele eeuwen, voornamelijk om gemoedelijk met opa, oma, ouders en kinderen te werken in vervuilende fabrieken ergens tijdens de industriële revolutie. Lekker 12 uur per dag werken, zes dagen per week, soms zeven, sleurend totdat je dood gaat. Lekker leven.
Tijd is bedacht, althans, de indeling van tijd. Want laten we eerlijk zijn, tijd is zal bestaan mét of zonder de mens. Maar tijd indelen, dat doen we lekker met z'n allen, volgens een klok van 2x 12 uur per dag. Want daar zijn we goed in, we hebben er hele beroepen omheen gebouwd van projectmanagers tot scrummasters. Tijd is een 'goed' geworden waarmee we werken, éénzelfde product als een schroef, een pak melk of het produceren van een PowerPoint met advies voor een overname van die ene hippe startup. De indeling van tijd zorgt voor een kader waarin we 'het goed' consumeren: om 10 over 10 schroeven we iets vast. Dat moet, van de projectmanager. Indelen en kadreren, dat is wat we doen.
Nu zitten we met een probleem: we zitten allemaal thuis. Te werken. Lockdown nummer 2 komt er aan. Is er al? We zitten er ergens tussen. Niettemin zitten we allemaal (hopelijk) weer thuis te vechten tegen het onzichtbare dodelijke virus. Via het netwerk bellen, appen, mailen, werken. We leven in verschillende tijden: huistijd, werktijd, netwerktijd, relaxtijd--vele tijden ingedeeld. Én, belangrijkste van alles: ongekaderd. Waar leven we nu in? Welke tijden omarmen ons in 2020?
Castells schrijft over de netwerk maatschappij. Ik citeer Simon Bromley, filosoof, die over Castells' concepten Space of Flows en Timeless Time:
"Timeless time (time without socially meaningful ordered sequence and subject to individually random perturbations) comes to characterize the space of flows, while (bio-) socially constituted time continues to govern life in the space of places."
Kort samengevat: de beleving van tijd (Timeless Time) in de digitale sferen (Space of Flows) is anders dan het 'echte leven' ('Space of Places'). Daadwerkelijke wetenschappers zullen beweren dat deze samenvatting in één zin tekort doet aan Castells claim. Datterzijde: het vormt een interessant kader om te kijken naar onze maatschappij en haar verplichting tot thuiswerken en het mixen van de verschillende soorten tijden. Want is dit de daadwerkelijke, geforceerde introductie van de netwerk maatschappij?
De relatie tussen tijd en plaats is zichtbaar in de lokaties waarin wij ons begeven: werk, café, sportpark, thuis. De lockdown biedt ons inzicht in hoe wij als maatschappij 1) bewust worden van de immenging van verschillende tijden in elkaar, 2) de machtsrelaties die daarmee gepaard gaat en 3) de verplaatsing van eens fysieke tijden richting virtuele werelden. Zo wordt het in huize Eksterstraat intens duidelijk welke werkgever zijn macht doet spreken door verplichtingen in te stellen over fysieke aanwezigheid--en dat in tijden van pandemie met een baan die volledig digitaal plaats kan vinden. Ergernis alom.
Alleen al deze drie bovenstaande constateringen zijn scripties of zelfs PhD trajecten waard. Daar ga ik (nog) niet in duiken. Wat ik je wel wil vragen is om naar je eigen tijd te kijken, en hoe je deze indeelt. Tijd als constructie is interessant, omdat het ons doet nadenken over de waarde van het leven. Gaat dat om geld? Efficiency? Overleven? Niet doodgaan? En waar zit de scheidslijn tussen jouw tijd, en de tijd die je 'verkoopt' als product aan anderen?
Blijf kijken. Blijf ervaren.